Afgelopen week had ik een gesprek met de adviseur burgerparticipatie van de gemeente Alphen aan den Rijn. Het ging over burgerparticipatie bij de inrichting en het onderhoud van openbaar groen, zelfbeheer geheten.
Hij heeft me verteld hoe er gewerkt wordt en wat dit heeft opgeleverd. Alphen aan den Rijn kan als voorloper op het gebied van burgerparticipatie worden beschouwd. Al sinds 1992 wordt dit instrument door de gemeente ingezet, om zo de betrokkenheid van de burgers bij hun directe leefomgeving te vergroten. Betrokkenheid van burgers bij de openbare ruimte kan een positief effect hebben op de sociale cohesie in de buurt en kan daarmee het veiligheidsgevoel van de burgers vergroten. In een interview in ‘Stedelijk Interieur’ uit 2013 is meer over de Alphense werkwijze te lezen.
Voor mijn onderzoek naar de manier waarop verschillende gemeentes omgaan met duurzaam zelfbeheer (= zelfbeheer op de langere termijn) heb ik de adviseur een aantal vragen voorgelegd, zoals hoe regelt de gemeente de handhaving, wat zijn de knelpunten en welke oplossingen heeft Alphen aan den Rijn gevonden. De uitwerking van deze vragen wordt verwerkt in het uiteindelijke artikel hierover.
Voor deze blog wil ik me beperken tot een aantal zaken die mij zijn opgevallen. Zo werkt Alphen aan den Rijn nauwelijks met beheercontracten. Ze investeert in een goede relatie met de betrokken burgers en dat ‘werkt veel beter en is veel duurzamer dan het opstellen van een beheercontract’, aldus de adviseur. ‘Blijf zichtbaar in de wijk en houd de vinger aan de pols’. Het eigenaarschap van initiatieven blijkt essentieel te zijn voor succesvolle en blijvende participatie.
Daarnaast lijkt het Alphen te lukken om burgerparticipatie losgekoppeld te houden van bezuinigingen op groenonderhoud. De adviseur van de gemeente Alphen aan den Rijn is daar stellig in: als gemeentes dat doen, gaat burgerparticipatie niet werken. Want als de burger wordt gevraagd mee te helpen met de gemeente nadat bekend is geworden dat er bezuinigd moet worden is de motivatie voor participatie gering. ‘Daar betaal ik toch belasting voor’, is dan de meest gehoorde reactie. Opnieuw komt hier het investeren in een langdurige relatie met de burger om de hoek kijken. Dit kost tijd en soms ook geld!
Het was een inspirerend gesprek, waaruit een ‘can-do’ mentaliteit sprak, handelen vanuit mogelijkheden en niet vanuit beperkingen. Ik ben heel benieuwd hoe andere gemeentes omgaan met burgerparticipatie bij zelfbeheer op de langere termijn. Wordt vervolgd!