Humor in de openbare ruimte

Laatst bedacht ik me hoe serieus het begrip ‘groene openbare ruimte’ wordt benaderd. Het gaat altijd over zaken als de economische, ecologische, sociale en gezondheidswaarde, over het ontwerp, de inrichting, over innovatie of over onderhoud en de bezuinigingen erop.

Ik wil wat lichtvoetigheid toevoegen. Want humor in de (groene) openbare ruimte is er wel degelijk, hoewel dit niet altijd zo wordt genoemd. Vaak gaat het om kunstvormen of kunstobjecten die de bedoeling hebben de toeschouwer met andere ogen naar de omgeving of het object te laten kijken. Of  er wordt gesproken over een ‘ingreep’ of een ‘draai’.  Als voorbeeld kunnen dienen de ingepakte gebouwen van Christo in de jaren 80 en 90 (hoewel die niet in een groene omgeving stonden). Indrukwekkend wat dat met de betrokken gebouwen deed en met de omgeving. Bovendien was het vernieuwende kunst. Maar, ik vond het ook geestig.

Soms zijn gebouwen humoristisch vanwege hun vorm. In veel gevallen is dat de bedoeling van de architect(en), om wat voor reden dan ook. Maar soms blijken ‘normale’ gebouwen een grappige uitstraling te krijgen, omdat de vorm bijvoorbeeld sterk op iets heel anders lijkt. Dan krijgt zo’n gebouw al snel na oplevering een bijnaam. Zoals bijvoorbeeld het voormalig ING hoofdkantoor in Amsterdam. Een prachtig, futuristisch en beeldbepalend gebouw. In de volksmond kreeg het al snel de bijnamen schoen, strijkijzer en kruimeldief. Ik weet niet hoe het met jou is maar ik zie dus altijd een enorme schoen/strijkijzer/kruimeldief als ik er langs rijd en moet daar dan wel om grijnzen. De architecten zullen dat overigens geen enkel probleem vinden denk ik zo.

Maar hoe zit het nu met humor in parken en op pleinen? Lastig. Op zoektermen als ‘humor in de groene openbare ruimte’, ‘humor in public space’, ‘fun public space’, komen weinig bruikbare hits. Vaak leiden ze naar kunst in de groene openbare ruimte. Daar zitten best lollige dingen tussen, zoals het werk van kunstenaar Mehmet Ali Uysal in een Belgisch park (foto) of van kunstenaar Robert Rickhoff (foto). De foto’s van Rickhoff blijken overigens geen echte ingrepen te zijn maar gemanipuleerde foto’s. Jammer!

Toch bestaat humor in de groene openbare ruimte al lang, in de vorm de folly uit de 18e en begin van de 19e eeuw (eigenlijk al veel eerder, maar ze werden later pas echt populair). Het waren nep bouwwerken die op landgoederen werden aangelegd. Belangrijke eigenschap van zo’n folly was dat het louter een kunstzinnig, decoratief of speels doel had. Je kon er verder niks mee. Het kon gaan om een nep ruïne, waterval, huis of kasteel. Ter vermaak dus, om de bezoeker op het verkeerde been te zetten. Met soms hilarische uitkomsten, zoals het Franse Palais Ideal.

De folly Palais Ideal van de Franse postbode Ferdinand Cheval, eind 19e eeuw.

Hedendaagse folly’s zijn er ook, bijvoorbeeld die van kunstenaar Jean Bernard Koeman op Buitenplaats Beeckestijn. Helaas betrof het een tijdelijke tentoonstelling van folly’s uit 2014, dus dit prachtige nep bouwwerk is niet meer te zien. Is het ook grappig? Ja, zeker als je foto’s ziet waarop mensen voorover buigend naar binnen proberen te kijken. Wat verwachten ze te zien?!

Werk van Jean Bernard Koeman op Buitenplaats Beeckestijn, 2014.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.