Op instagram verschijnen in deze tijd de mooiste foto’s van kisten vol appels en appelbomen beladen met appels. Soms met de trotse tuineigenaar erbij. Ik kijk ernaar met enige afgunst. Want hoe anders is het in mijn tuin gesteld met de appeloogst.
Ik heb twee oudere hoogstam appelbomen, in leivorm. 8 jaar geleden bij een kweker gekocht, met de verzekering dat het zelfbestuivende jonagolds waren. Het eerste jaar kon het niet op met de oogst, en met veel zorg stopte ik de appels in mijn nieuwe appelkist. In gedachten was ik al bezig met de aanschaf van speciale droogrekken voor appels, zodat ik ze zo lang mogelijk zou kunnen bewaren.
Helaas holde de opbrengst in de jaren erna achteruit. Ik overdrijf niet als ik zeg dat ik in de afgelopen 7 jaar in totaal 1 appelkistje heb kunnen vullen. In totaal. 1 kistje.
Een paar jaar geleden was mijn geduld op en schakelde ik een fruitboomexpert in. Die bestudeerde de bomen en stelde vast dat ze verkeerd gesnoeid waren en dat ze duidelijk een voedselgebrek hadden. Er was maar minimale groei. Als we die tekortkomingen zouden aanpakken zouden de bomen weer kunnen herstellen en dan ook toekomen aan het dragen van fruit.
Daar kon ik wat mee en ging gelijk aan de slag: de bomen worden nu 2 keer per jaar vakkundig gesnoeid; in de winter wordt er een grote hoeveelheid kalk gestrooid, gevolgd door een flinke gift koemestkorrels in het voorjaar. Het resultaat na 3 jaar mag er zijn. De bomen hebben er nog nooit zo gezond uitgezien: grote glanzende bladeren, nauwelijks aantasting door schimmels of ziektes, flinke groei. Alleen, met de appels wil het nog steeds niet lukken. We hebben er dit jaar 4…
Hoe kan dit? Nou simpel eigenlijk. Na onderzoek van de appels en het klokhuis door dezelfde bomenexpert blijkt dat het vrijwel zeker geen jonagolds zijn maar waarschijnlijk goudreinetten (het kunnen zelfs hybrides zijn). En die zijn beslist niet zelfbestuivend. Vandaar dat na een redelijke bloesem het fruit uitbleef.
Over bloemen en bijen – Om mijn appelboomprobleem aan te kunnen pakken verdiepte ik me in de bestuiving van appels. Zo weet ik nu dat je niet zomaar twee soorten bij elkaar kunt zetten: ze moeten in dezelfde tijd bloeien en niet al te ver van elkaar vandaan staan, zo’n max 100 meter. De bestuiving vindt plaats door insecten, waaronder bijen. Zij zijn eigenlijk en welbeschouwd de belangrijkste dieren op aarde! Dit gaat natuurlijk veel verder dan appels. Ik citeer prof.dr. Marcel Dicke, hoogleraar Entomologie aan de Wageningen University: ‘Driekwart van de circa 100 landbouwgewassen hebben bijen nodig voor de bestuiving: alle fruitsoorten, groentes als tomaat, aubergine en paprika, soja, katoen, zonnebloemen, koolzaad. Deze gewassen zorgen voor 35% van de landbouwproductie, naast de windbestuivers waaronder de granen zoals tarwe, rijst en mais, die voor de basis calorieën zorgen’. En dan hebben we het nog niet eens over de bestuiving van besdragende heesters, vruchtdragende bomen als beuken, eiken en hazelnoot en over de bloemen in onze tuinen, parken, bossen en weides. Dat zet je toch wel aan het denken.
Een elstar is een goede bestuiver, zo vertelde een fruitkweker mij. Vorig najaar dus een kleine elstar gekocht en die zo’n 20 meter verderop in mijn tuin geplant. Toevallig plantte een buurman in dezelfde tijd ook een appelboom, hetgeen de kans op succes nog verder moet vergroten. Dit jaar hebben deze ingrepen nog niets opgeleverd, maar ik geef de moed nog niet op. Mijn hoop is nu gevestigd op 2019. Aan werkelijk alle voorwaarden is voldaan, niets staat een rijke oogst meer in de weg. 2019 wordt mijn appeljaar!